Welkom op deze website!

Deze website is de thuisbasis van de organisatie Fundamentum. Fundamentum zet zich in op het gebied van geloof en wetenschap, medische ethiek en apologetiek. Eigenaar van de website is Jan van Meerten. De website is ook de landingswebsite van het jaarlijkse congres ‘Bijbel & Wetenschap‘. Deze website bevat informatie over allerhande onderwerpen zoals seksuele gerichtheid, pro-life, wereldgodsdiensten (zoals Islam, Hindoeïsme etc.) en vooral over scheppingsleer, -geloof en -paradigma. In het laatste geval zijn wij voorstander van het klassieke scheppingsgeloof met een zesdaagse schepping, een historische zondeval en om niet meer te noemen een wereldwijde zondvloed. Verder gebruikt Jan van Meerten deze website om eerder door hem geschreven artikelen te bundelen en het onderwerp waarin hij zichzelf aan het specialiseren is uit te werken. Het gaat dan om paleoecologie, paleoklimatologie en paleontologie, meer specifiek de ecosystemen van de dinosauriërs (het zogenoemde Mesozoïcum), nog meer specifiek de zoogdierachtigen en vogelachtigen in deze ecosystemen. Zijn overige artikelen kunnen gelezen worden als (wetenschap)journalistieke stukken. De website bevat ook gastbijdragen van medechristenen. Als laatste is het ook de landingswebsite van de genealogie van het geslacht Van Meerten en Betuwse streekgeschiedenis. U kunt uzelf hier abonneren op de nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en zal alle onderwerpen behandelen behalve informatie over het geslacht Van Meerten. De nieuwsbrief bevat altijd de mogelijkheid om uzelf af te melden. Van harte welkom op deze website en veel leesplezier! Feedback kan gegeven worden via de pagina ‘hier mag u uw hart luchten‘. Op deze pagina zullen wij zelf niet veel reageren. Op reacties, vragen of stellingen wordt gereageerd in de rubriek ‘Feedback & vragen‘. De feedback kan ook gegeven worden via info@oorsprong.info.

Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura.
Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura. Deze foto is genomen in het Natural History Museum in Londen en afkomstig van de internetencyclopedie Wikipedia.

Kerk en slavernij? (14) – Bijdrage van dr. Dick de Vos aan het debat over de rol van de kerk

Slavernij is verwerpelijk en de regering heeft excuses aangeboden voor de Nederlandse betrokkenheid. In het navolgende gaat het er geenszins om ook maar iets af te doen van eventuele kerkelijke betrokkenheid. Wat verkeerd is, moet aan het licht worden gebracht. Maar als er naar de kerk wordt gewezen in verband met slavernij, dan moet dit met onderbouwing gebeuren.

Inleiding

In deze bijdrage zal aandacht worden geschonken aan twee belangrijke boeken uit het slavernij-onderzoek. Het eerste handelt over de grootste slavenhandelaren van Amsterdam.1 Het tweede boek wil rekenschap afleggen over het slavernijverleden.2 In een afsluiting worden nog enkele opmerkingen gemaakt.

De grootste slavenhandelaren van Amsterdam

In dit boek van de historici Negrόn en Den Oudsten wordt een volledig en uitstekend gedocumenteerd beeld gegeven van de Amsterdamse private slavenhandel. De WIC (West-Indische Compagnie) had aanvankelijk het monopolie. Voor Suriname werd de slavenhandel in 1738 vrijgegeven. De Sociëteit van Suriname (1683-1795), een particuliere onderneming, die verantwoordelijk was voor Suriname, vertegenwoordigde dus ook de overheid. De plantagehouders hadden inspraak in de regering.

Bij de plantages was een grote behoefte aan slaven als arbeidskrachten. Johan Matthijs Smitt (overleden 1756), uit Duitsland afkomstig, vernam daarvan en richtte vervolgens zijn bedrijf in de handel in slaven op in Amsterdam. Zijn zoon Coenraad (1727-1779) kwam ook in het bedrijf dat voortaan onder de naam Johan Matthijs Coenraad Smitt optrad. De Amsterdamse private bedrijven verhandelden 32000-37450 slaven, waarvan de Smitten er 11000-13000 voor hun rekening namen. De slaven werden aan de West-Afrikaanse kust ingekocht, per schip naar Suriname gebracht en daar verkocht. Bij de retourreis werden koloniale producten als suiker vervoerd.

Op grond van onderzoek aan vele notariële akten uit het gedigitaliseerde Amsterdamse notarieel archief werden gedetailleerde feiten gepresenteerd over het bedrijf dat van 1741-1776 in de slavenhandel actief was. Opvallend was dat er veel kinderen werden verhandeld. Met name zijn veel zaken over het schip ‘’t Gezegend Suikerriet’ weergegeven. Mishandelingen van bemanningsleden en slaven kwam regelmatig voor. Bij een kapitein van genoemd schip werden slaven zo erg mishandeld dat de kapitein in Suriname van het schip werd verwijderd. Ook in Suriname leidden de slaven een wreed bestaan. Er stierven meer slaven dan er werden geboren. Dit moeten er zeker enkele honderden per jaar zijn geweest. Er was dus een constante aanvoer van slaafgemaakten nodig.

Opvallend is dat de Smitten voortdurend in de slavenhandel bleven varen. Andere bedrijven vonden lucratievere handel voor hun schepen. De wisselende conjunctuur beïnvloedde alle handel negatief. De Smitten waren Evangelisch-Luthers en hadden een zakelijk netwerk onder hun geloofsgenoten. Er is geen enkele relatie van het bedrijf van de Smitten met de gereformeerde kerk. De Smitten leefden in Evangelisch-Lutherse kring, waardoor het logisch lijkt dat zij hun werknemers en contacten daar zochten.

Rekenschap

Het boek Rekenschap is geschreven door de emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis aan de Leidse Universiteit G. Oostindië. In het boek gaat het om algemene aspecten van kolonialisme, slaafgemaakten en handel in slaafgemaakten. Slavernij is een universeel verschijnsel. In West- en Zuid-Europa was slavernij van land- of streekgenoten verboden. Het kon echter geen kwaad om mensen uit een ander continent tot slaaf te maken.

Het ging de Nederlanders die bij kolonialisme en slavernij waren betrokken om geld te verdienen. Op plantages waren arbeidskrachten nodig. Bij een tekort aan slaven werd in Nederlands Indië met succes van contractarbeiders gebruik gemaakt. Dat lukte in Suriname veel minder goed. De meeste plantages gingen failliet. In Indonesië zijn weinig sporen van slavernij. Slavernij was niet erg bepalend voor de ontwikkeling van Indonesië. Dat is anders in Suriname, waar dat wel het geval was. Op genuanceerde wijze wordt in dit boek over het koloniale verleden gesproken.

Afsluiting

In het eerstgenoemde boek wordt in detail de private handel in slaafgemaakten besproken. Die private handel is van kleine omvang vergeleken met de handel van de WIC. De gereformeerde kerk komt in dit boek niet aan de orde. De grootste slavenhandelaar was meelevend evangelisch-luthers. Zijn slavenhandel had echter niets te maken met de evangelisch-lutherse kerk. Ik kon niet vinden of er bijvoorbeeld een ziekentrooster of godsdienstonderwijzer aan boord van de schepen was. In het tweede boek komen godsdienst en kerk niet specifiek aan de orde. Het boek wil duidelijk maken dat de koloniale geschiedenis ook tot de Nederlandse geschiedenis behoort. Ook wordt duidelijk gemaakt dat slavernij met racisme is verbonden. Deze boeken bieden geen steun voor de opvatting van Merz c.s.3 van sterke betrokkenheid van de gereformeerde kerk bij slavernij.

© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!

Voetnoten

Gevoelige snaar – Een kort briefje in het Nederlands Dagblad

Mijn artikel over biologische verschillen tussen m/v (ND, 9 april) raakte een gevoelige snaar – of misschien wel een open zenuw. Het hele punt van mijn betoogje was dat wetenschapsjournalist Saini (ND 29 maart) een paar dingen zei over man/vrouw die biologisch niet klopten en daarom correctie behoefden.

Wat mij verbaasde was dat de schrijvers vervolgens vooral reageerden op wat ik allemaal niet gezegd had (en blijkbaar wel had moeten zeggen).

Ik signaleer in verschillende reacties een relativering van de betekenis van schepping en scheppingsorde als het gaat over positie en roeping van man en vrouw.

Dat blijkt bijvoorbeeld als Erwich/Leene (ND 11 april) poneren dat nergens in de Bijbel staat dat mannen en vrouwen een verschillende roeping hebben – geen vreemde bewering natuurlijk voor theologen die menen dat ‘Christus (…) het binaire denken voor eens en voorgoed [heeft] doorbroken’ (lees ik in hun boek Vuur dat nooit dooft).

Maar heeft het dan werkelijk niets te zeggen dat Adam eerst geschapen is, daarna Eva, dat zij uit Adam geschapen en hem tot hulp gegeven is (en niet andersom)? Heeft het dan geen betekenis dat Adam door God ter verantwoording geroepen wordt, terwijl het Eva was die at? Of wat te denken van het feit dat Eva ‘moeder’ heet – een roeping die mannen nu eenmaal lastig op zich kunnen nemen. De sterke relativering van dit soort gegevens is natuurlijk niet los te zien van de herinterpretaties van juist de eerste hoofdstukken van Genesis.

In mijn nieuwe boek Gods goede orde. Lichaam, gender, huwelijk, seksualiteit en gezin in het licht van de schepping (verschijnt in mei 2024)1 probeer ik inzichtelijk te maken dat de schepping inderdaad bevestigt wat de Schrift zegt over rol en roeping van man en vrouw – zonder overigens te beweren dat deze roeping linea recta uit de schepping is af te leiden. Daar is, zeker in een gevallen wereld, altijd het interpreterende Woord bij nodig. Anders kunnen ongelijkheid en misstanden in m/v-verhoudingen met een makkelijk excuus op het conto van de biologie geplaatst worden. Maar machtsmisbruik door mannen is geen gevolg van de schepping, maar van de zonde. Mijn enige punt in dit hele verhaal is dat de specifieke roeping van man en vrouw verankerd is in de schepping en daar ook door bevestigd wordt. Dat is een lijn die door heel de Schrift heen vastgehouden wordt en door Jezus en Paulus nadrukkelijk bevestigd is. Hoe zou het ook anders kunnen? God is een God van orde, ook van scheppingsorde.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Klaassen, M., 2024, Gevoelige snaar, Nederlands Dagblad 80 (21.653): 28 (artikel).

Biologie zegt veel over mannen en vrouwen

Het is geen toeval dat vrouwen over het algemeen veel beter zijn in zorgtaken dan mannen, evenmin als het toeval is dat hele sectoren (metaalindustrie, wapen- en scheepsbouw) nagenoeg door mannen gedomineerd worden.

In haar nieuwe boek De patriarchen stelt wetenschapsjournalist Angela Saini dat het patriarchaat een mythe is (Nederlands Dagblad van 25 maart 2024). Waar vaak gedacht wordt dat dit een universeel verschijnsel is, weerlegt Saini dit door te wijzen op situaties waar vrouwen het voor het zeggen hadden.

Bezwaarlijk is de wijze waarop ze genderverschil als verklarende factor wegwuift. Volgens Saini weten we niet wat de ‘boodschap’ van de biologie is. Nu is het ongetwijfeld waar dat biologie niet alles zegt bij de vorming en inrichting van samenlevingen (zoals ideologie, religie, traditie). Dat neemt echter niet weg dat de biologie een aardige duit in het zakje doet als het gaat over genderverschillen.

Duizend procent

Zo hebben mannen gemiddeld duizend procent meer testosteron dan vrouwen, met als gevolg dat ze meer risico nemen en meer agressie vertonen. Mannen hebben gemiddeld zestig procent meer spiermassa dan vrouwen waardoor ze over het algemeen groter, zwaarder en circa dertig tot vijftig procent sterker zijn dan vrouwen.

In een onderzoek van neurowetenschapper M. Ingalhalikar onder bijna duizend mannen en vrouwen uit 2012 bleek dat de verbindingen in de hersenen bij mannen en vrouwen anders zijn, met als gevolg dat mannelijke hersenen meer gericht zijn op perceptie en gecoördineerde handelingen, die van vrouwen meer op sociale vaardigheden en multitasken. Vrouwen beschikken tevens over meer oxytocine wat hun relationele vermogen nog meer versterkt.

Anna Campbell, evolutionair biologe, schrijft in haar studie naar de vrouwelijke psyche dat genderverschillen universeel waargenomen worden. Ze noemt als voorbeelden hiervan dat vrouwen meer zorg verlenen aan kinderen, mannen meer agressie en geweld tonen en meer het publieke domein beheersen.

Paul Vitz, emeritus-hoogleraar psychologie aan de Universiteit van New York stelt dat mannen meer voldoening vinden in de wereld buiten hen en vrouwen hun voldoening met name vinden in positieve interpersoonlijke relaties. Grofweg gezegd: mannen zijn meer gericht op dingen, vrouwen op personen, bij mannen ligt de blikrichting meer naar buiten, bij vrouwen naar binnen.

Korte metten

Bovenstaande wetenschappelijk onderbouwde gegevens maken korte metten met stellingname van Saini die ideologisch geladen is en ook deconstructivistisch, gericht op ontmanteling. Ook hier blijkt dat de natuur bevestigt wat de Bijbel eveneens laat zien: dat mannen en vrouwen verschillend zijn en verschillende roepingen hebben in het leven.

Het feit dat we een verschillend lichaam hebben als man en vrouw, zorgt ook voor een verschillende manier van in het leven staan, verschillende interesses en blikrichtingen. Er is niet alleen een mannelijk en vrouwelijk lichaam, er is ook zoiets als een mannelijke en vrouwelijke ziel, aldus filosofe Edith Stein.

Daarom is het geen toeval dat vrouwen over het algemeen veel beter zijn in zorgtaken dan mannen, evenmin als het toeval is dat hele sectoren (metaalindustrie, wapen- en scheepsbouw) nagenoeg door mannen gedomineerd worden. En heel misschien zou het bovenstaande ook kunnen verklaren waarom het publieke domein nog altijd mannen meer ligt dan vrouwen.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Klaassen, M., 2024, Biologie zegt veel over mannen en vrouwen, Nederlands Dagblad 80 (21.643): 15 (artikel).

Over precies een maand is er een studiemiddag rond het nieuwe boek van dr. Maarten Klaasen, met als titel ‘In goede orde’. Meer informatie over die studiemiddag is hier te vinden.

‘Extract uit de Genealogie der Heeren Van Brakel’ geschreven door Diederik Louis baron van Brakell tot den Brakell (1768-1852) – Een overzicht

In het Gelders Archief te Arnhem is het ‘Extract uit de Genealogie der Heeren Van Brakel’ te vinden. Het extract telt zestien kantjes en is geschreven door mr. Diederik Louis baron van Brakel tot den Brakell (1768-1852). Hij was eveneens Heer van Vredestein en Over- en Nederasselt. Daarnaast advocaat, rechter en politicus namens de Liberalen.1 Omdat het extract ook nuttige informatie bevat over het geslacht ‘Van Meerten’ en diverse aangetrouwde telgen, wordt dit document getranscribeerd voor deze website. Op deze pagina een overzicht naar de afzonderlijke scans. Met dank aan het Gelders Archief dat zij deze scans beschikbaar hebben gesteld.2

Scan 1.

Voetnoten

Signaal Taptoe door sergeant-majoor Jeroen Schippers – Nationale Dodenherdenking op de Dam (4 mei 2023)

Vandaag om dit tijdstip wordt de Nationale Dodenherdenking gehouden op de Dam. Voordat er twee minuten stilte wordt gehouden, speelt een trompettist van het Marinierskapel der Koninklijke Marine het Signaal Taptoe. Vorig jaar (4 mei 2023) was dat sergeant-majoor Jeroen Schippers. Hieronder een video van dit moment. Opdat wij niet vergeten!

‘Van den Dikkenberg laat duidelijk zien op welke punten theïstische evolutie in strijd is met de Bijbel’ – Bespreking van ‘De werken van Zijn handen’

Kun je de Bijbel lezen in het licht van de evolutietheorie? Veel christelijke wetenschappers en theologen vandaag de dag doen dat. Maar volgens Bart van den Dikkenberg leidt dat tot grote problemen.

In zijn boek De werken van Zijn handen, een kritisch commentaar op theïstische evolutie pakt Bart van den Dikkenberg, wetenschapsredacteur bij het Reformatorisch Dagblad, de visie bij de kladden dat God de kosmos door middel van evolutie tot stand heeft doen komen (theïstische evolutie).

Overzichtelijk

Van den Dikkenberg begint met het uitleggen van wat wetenschap is en hoe de wetenschappelijke methode werkt. Na deze ʻinleidingʼ gaat de auteur in op allerlei natuurwetenschappelijke en theologische problemen van evolutie in het algemeen en theïstische evolutie in het bijzonder. Op overzichtelijke wijze behandelt hij op chronologische volgorde het naturalistische ontstaansmodel, van de oerknal tot en met het ontstaan en de evolutie van het leven op aarde. Hierbij geeft Van den Dikkenberg allerlei creationistische tegenargumenten, waarvan er een aantal ook al eens in de Weet aan de orde is gekomen. Na een soort ʻintermezzoʼ over de tekst en de aard van de scheppingsverslagen in Genesis, verschuift de focus van wetenschap naar theologie. Hierin komen allerlei theologische problemen met theïstische evolutie naar boven, zoals wat je aan moet met het rusten van God op de zevende dag als de schepping door evolutie nog steeds voortgaat, of wanneer in het evolutieproces de menselijke ziel is ontstaan. De laatste hoofdstukken wijdt Van den Dikkenberg aan de verschillen tussen een theïstisch evolutionistische en een creationistische kijk op de Bijbel, om vervolgens af te sluiten met een hoofdstuk waarin hij een verband legt tussen het accepteren van de evolutietheorie onder gereformeerden en kerkverlating.

Totstandkoming

In het voorwoord maakt Van den Dikkenberg duidelijk dat dit boek is ontstaan omdat er onder andere bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland een behoefte was aan een Bijbels gefundeerd antwoord. Dat zie je ook terug in de bewoording van De werken van Zijn handen: het boek is vooral geschreven voor de reformatorische doelgroep. Voor veel Weet-lezers zal dat geen probleem zijn; voor lezers uit andere richtingen is het mogelijk even wennen. Van den Dikkenberg gebruikt regelmatig moeilijke woorden en vakjargon, wat hij doorgaans wel uitlegt, maar waardoor de tekst voor vooral jeugdige lezers toch over de hoofden heen zal gaan. Gelukkig bevat het boek, naast veel verduidelijkende tabellen en illustraties, ook een uitgebreide verklarende woordenlijst.

Mooie toevoeging

Dit boek is een mooie toevoeging aan je boekenplank. Van den Dikkenberg geeft je een behoorlijk compleet overzicht van de argumenten tegen naturalistische én theïstische evolutie, en laat duidelijk zien op welke punten theïstische evolutie in strijd is met de Bijbel (en welke desastreuze gevolgen dat heeft).

WEET MAGAZINE: NOG GEEN ABONNEE?
Het bovenstaande artikel is overgenomen uit Weet Magazine nummer 86 (zie hiernaast). Weet Magazine is een populair-wetenschappelijk creationistisch tijdschrift waarin ingewikkelde wetenschappelijke onderwerpen eenvoudig worden uitgelegd en op een bijbelgetrouwe manier worden besproken. Daarnaast brengt het tijdschrift bij kennis over creationistische wetenschapsbeoefening. Nog geen abonnee van Weet Magazine? Dat kan natuurlijk niet! Ga snel naar de website van Weet Magazine en sluit vandaag nog een abonnement af!

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit het Weet Magazine. De bronvermelding luidt: Redactie, 2024, De werken van Zijn handen, Weet Magazine 86: 50.

Livestream CCI-avond in de Sint-Janskerk te Gouda met onder anderen Päivi Räsänen (3 mei 2024)

De avond van Christian Council International op 3 mei 2024 is ook via de livestream te bekijken. Om acht uur begon het programma in de Sint-Janskerk te Gouda. Hieronder is de livestream terug te luisteren.1

Voetnoten

Dr. Hans Degens en dr. Wim de Jong publiceren een open wetenschappelijk artikel over het verschil tussen micro- en macro-evolutie – Qeios biedt mogelijkheid tot review van deze paper

Bioloog dr. Hans Degens en wiskundige dr. Wim de Jong hebben een wetenschappelijke publicatie over het verschil tussen micro- en macro-evolutie geplaatst op Qeios. Qeios vormt een ‘Open Society’ waarin mensen vrij kennis kunnen delen. Het wetenschappelijke artikel is opengesteld voor peer-review. Van deze mogelijkheid hebben al diverse wetenschappers gebruik gemaakt. Er is ook een korte podcast gemaakt van dit artikel. Deze wordt gedeeld via Spotify.1

Abstract

In de abstract wordt kort aangegeven waar het artikel over gaat. We lopen deze abstract kort langs en roepen biologen een aanverwante vakgenoten (experts) op om het artikel grondig door te lezen en indien nodig van commentaar te voorzien. Volgens de geleerden is de vraag naar de verhouding tussen micro- en macro-evolutie een van de belangrijkste onbeantwoorde vragen binnen de evolutiebiologie. Veelal wordt er gedacht dat het gaat om een continuüm van veranderingen, dat macro-evolutie het cumulatieve resultaat is van véél micro-evolutie. Deze vraag wordt naast biologisch ook wiskundig benaderd. Een wiskundig onderscheid tussen parameters en dimensies zou het vraagstuk beter kunnen oplossen. De parameters worden dan vergeleken met ‘eerste-orde-evolutie’ en de dimensies met ‘tweede-orde-evolutie’. De auteurs noemen het een op het genotype gebaseerde systeembenadering. Deze benadering laat zien dat micro- en macro-evolutie vergelijkbaar zijn met deze eerste- en tweede-orde-evolutie en dat er geen continuïteit bestaat tussen deze vormen van evolutie.

Korte reflectie

Omdat dit thema in het debat over schepping en evolutie elke keer weer terug komt, is dit een belangrijk onderwerp. Zo schreef evolutiebioloog en verdediger van een vorm van theïstische evolutie dr. Gerdien de Jong een (weliswaar) lezenswaardige vierdelige serie voor de website van bioloog en theïstisch evolutionist dr. René Fransen.2 Onlangs gebruikte dr. ir. Erik van Engelen het onderscheid nog in een video-interview met Science4Truth.3 Om verwarring te voorkomen hanteer ik zelf het onderscheid tussen evolutie en Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Evolutie wordt dan gezien als natuurwetenschappelijk feit en Universele Gemeenschappelijke Afstamming als natuurwetenschappelijke ideologie of basisovertuiging.4 Wanneer anderen een andere benaming hiervoor hebben vind ik dat ook prima, als het onderscheid maar duidelijk uit de verf komt en niet alle soorten verandering als continuüm worden gezien.

Voetnoten

Zeldzame Binnenveldse waarneming

Een vriend en oud-collega stelde voor om vogels te gaan spotten in het Binnenveld bij Bennekom. We hadden dan gelijk gelegenheid om bij te praten. Zo gedaan. Op 17 april ontmoetten we elkaar rond 19.00u bij het uitkijktorentje langs de Werftweg. We stonden midden in de Binnenveldse vlakte met erboven een prachtige wolkenlucht. Wat is ons land toch rijk aan verschillende landschappen!

We liepen door een afgegraven graslandgebied rijk aan drassig of ondiep water. Mijn vriend is een uitstekend vogelaar: heeft oog en oor voor vogels. Zo zag hij een vliegende uil in de verte! Uilen zijn fascinerend. We probeerden via een pad dichterbij de vogel te komen. Maar de vogel bleef afstandelijk. Wel zo’n drie kwartier van de immer jagende vogel genoten en vele tientallen foto’s van de niet snel vliegende vogel ‘geschoten’.

Het was een Velduil! In de jaren 1950 broedden er in ons land nog honderden paren. Is nu een zeldzame broedvogel. In 2020-2022 slechts 5-20 broedparen (Sovon). De velduil is een vogel van open terrein, overdag actief en een echte muizenjager. Bij muizenplagen kunnen ineens veel Velduilen tot broeden komen. Eén keer vloog de vogel in een rechte lijn op ons af. Dat moment leverde mij de voltreffer op. Uilen hebben een cirkel van veren rond de ogen voor een uitstekende verwerking van geluiden: een sluier. Deze typische gezichtopbouw is op de foto goed te zien. Een Velduil lijkt wat op een Ransuil, maar heeft veel kortere oorpluimen en een zwavelgele iris. Zwartgeel kijkt ons aan.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Zeldzame Binnenveldse waarneming, Het GemeenteNieuws 23 (18): 10.

Functioneel ‘junk’-DNA? – Drie wetenschappers van Discovery Institute publiceren indrukwekkende lijst met functies voor ‘junk’-DNA

Dr. Richard Sternberg, dr. Jonathan McLatchie en dr. Casey Luskin hebben gisteren een indrukwekkende lijst met meer dan 800 artikelen over functies voor zogenoemd ‘junk’-DNA gepubliceerd. De lijst bevat uitsluitend papers uit de naturalistische literatuur. De samenstellers van de lijst benadrukken dat het overzicht ‘bij lange na niet volledig is’. Ze hebben anderhalve dag kunnen besteden aan het samenstellen van de lijst. Maar de lijst geeft een indruk hoeveel literatuur er de afgelopen jaren verschenen is. Volgens de samenstellers ondermijnt deze lijst het standaard paradigma.

De samenstellers schrijven over de lijst:

“The list contains over 800 papers which are divided into the following categories according to the type of genetic element for which they focus on finding function: 1) SINEs, 2) LINEs, 3) introns, 4) repetitive DNA (generally), 5) satellite DNA, 6) transposons, 7) pseudogenes, 8) ERVs / retrotransposons, 9) lncRNAs, 10) microRNAs, 11) large-scale genomic transcription, 12) transposable element and 3D genome hierarchy, and 13) other / general function for junk DNA. We realize that within each category the papers are not in any particular order — we’ll leave that organizational task for another day. But given that we only took about a day and a half to put this list together, we think it’s an impressive showing.”

Deze indrukwekkende lijst sluit mooi aan bij de bijdrage van dr. Peter Borger in ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht1 en is een verdere onderbouwing van een artikel dat ondergetekende, met een negental academici, in 2017 schreef voor het Reformatorisch Dagblad na de verschijning van het boek van dr. Gijsbert van den Brink met als titel ‘En de aarde bracht voort’.2

De lijst

De uitgebreide lijst van dr. Sternberg, dr. McLatchie en dr. Luskin is hier te vinden.3

Voetnoten